Aruncus aethusifolius vorm
Aruncus (geitenbaard)
De laagste Aruncus hebben we een aantal jaren niet gekweekt omdat de aandacht naar de nieuwe cultivars uitging. Nu hebben we een mooie vorm met licht rood aangezette bladstelen. Bovendien verkleurt niet alleen het varenachtige loof, maar ook de vruchtbeginsels in de herfst naar fraai purperrood. Daarmee is het een van de langst aantrekkelijk blijvende voorgrondplanten die we kennen. Voor de halfschaduw eigenlijk onmisbaar.
IJzersterke planten die veel van Filipendula of Astilbe weg hebben maar veel meer droogte dan deze kunnen verdragen. Ze worden gewaardeerd om het fraaie ingesneden loof en de grote, indrukwekkende bloempluimen, die zo stevig staan dat ze ver na de winter, bij de eerste voorjaarsbeurt nog met een snoeischaar afgeknipt moeten worden. Ze groeien bijna overal en verdragen goed schaduw. De cultivars die hieronder aangeboden worden zijn bijna allemaal van de hand van Ernst Pagels. De benaamde vormen van Geitenbaard zijn best prijzig. Probeer de taaie verhoute pollen maar eens te scheuren of te stekken, dan weet u waarom.
Andere planten van het genus Aruncus:
- Aruncus dioicus 'Kneiffii' (gearchiveerd)
- Aruncus sinensis 'Zweiweltenkind' (gearchiveerd)
- Aruncus 'Glasnevin' (gearchiveerd)
- Aruncus 'Horatio'
- Aruncus 'Sommeranfang'
- Aruncus 'Woldemar Meyer'
- Aruncus 'Johannifest'
- Aruncus dioicus var. kamtschaticus
- Aruncus 'Perlhühn' (Guinea Fowl)
- Aruncus sinensis (Hort.)
- Aruncus aethusifolius (gearchiveerd)
- Aruncus sp. (sinensis) (gearchiveerd)
- Aruncus aethusifolius 'Elegance'
- Aruncus dioicus var. acuminatus (gearchiveerd)