Met z'n fijne naaldvormige loof staat deze plant dicht bij de nauw verwante E. dodonae. Beide komen voor in de Alpen, onze soort komt uit wat hoger gelegen gebieden. Het verschil is dat de bloemstengels eerst wat kruipen en zich daarna oprichten en de bloei valt duidelijk later, meestal pas vanaf eind juli. Voor de tuin, tussen grind of in de grotere rotstuin geeft deze plant met zijn wolken van rozerode bloemen in ijl, luchtig effect. Af en toe vind je een zaailingetje, maar dat vindt niemand erg.
Een, wat naamgeving betreft, geteisterd plantengeslacht. De mooie inheemse Wilgenroosjes zouden we nu bij Chamerion (of nog erger Chamaenerion) op moeten zoeken. We lopen de botanici op dit punt niet klakkeloos achterna, want in het verleden zou het geslacht Zauschneria ook opgenomen worden bij Epilobium en dat is nu weer teruggedraaid. De hieronder aangeboden E. angustifolium kunnen op zandgrond enorm woekeren. Weet dus waar U aan begint. De kleinere rotstuinsoorten zijn vaak heel compact en woekeren absoluut niet.
Planteigenschappen
Alle bekende eigenschappen van Epilobium fleischeri zijn hieronder te vinden.
Categorie
Vaste plant
Standplaats
Zon-halfschaduw
Bloeiperiode
juni - augustus
Inheems
Kleur
Roze
Hoogte
35cm
Planten per m²
7
Eetbaar
Bijenplant
Vlinderplant
Snijbloem
Bodembedekker
Potplant
Klimmer
Uitzaaiend
Wintergroen
Wij maken gebruik van cookies
Door op "Accepteren" te klikken, gaat u akkoord met het opslaan van cookies op uw apparaat. Deze cookies zorgen ervoor dat wij anonieme statistieken kunnen bijhouden. Bekijk onze Privacyverklaring voor meer informatie.