Polystichum setiferum is wel het lievelingetje hier. Deze varen werd al honderd jaar geleden enorm gewaardeerd en dan vooral in Engeland, waar in die tijd een complete varengekte heerste, vergelijkbaar met wat bij ons met de Tulpen gebeurde in de 17e eeuw. Er werden gigantische bedragen betaald voor bijzondere varens, die men in het wild had gevonden. Dit waren meestal afwijkingen in fijnheid van het blad, maar ook soms monstrueuze bladafwijkingen, zoals zwaar gekroesd blad en een gekamde top. Dit leidde ertoe dat de bekende Engelse varenkenner Lowe in zijn boek van 1890 zo'n 396 vormen van de Zachte naaldvaren onderscheidde. Prestigegronden en commercie waren vaak de oorzaak van die veelheid van cultivars. Iets wat trouwens heden ten dage bij andere planten ook weer gebeurt (Galanthus, Hosta en Hemerocallis). De beste zijn overgebleven. Van alle variëteiten die toen beschreven zijn hebben slechts een tiental de tand des tijds doorstaan, maar die mogen er dan ook wezen! Past u trouwens op met de aankoop van variëteiten van de Zachte naaldvaren. Maar al te vaak worden ze in Nederland door gespecialiseerde varen opkweekbedrijven massaal uit sporen vermeerderd, waardoor weinig van hun oorspronkelijke eigenschappen behouden blijven. Vergewis u ervan dat de planten vegetatief, dus soortecht door broedbolletjes of scheuren vermeerderd zijn. Ja, we weten het, we kweken teveel variëteiten van Polystichum setiferum, maar mede om bovenstaande redenen en om het feit dat niemand anders deze varens op deze manier vermeerdert, gaan we lekker door.