IS GRONDVERBETERING EN BEMESTING ALTIJD NODIG?
Over organische stof, compost, bladaarde, turf, zand en bemesting.
We kweken nu veertig jaar op onze droge, schrale Veluwse zandgrond die 100 jaar geleden nog heide was met stuifzanden. In die 40 jaar hebben we heel wat ervaring opgedaan met het verbeteren en meer vochthoudend maken van de grond. Natuurlijk is het belangrijk om van tevoren uit te zoeken of dit daadwerkelijk nodig is en daar zijn de meningen nogal over verdeeld. Grofweg zijn er drie benaderingen; die van het nietsdoen, verschralen door middel van een zandlaag en de klassieke grond- of plantgatverbetering.
Niets aan grondverbetering doen klinkt natuurlijk wel heel aantrekkelijk. Af en toe lees je verhalen (ook van collega kwekers) dat planten het zelf dan maar moeten zien te redden. Alleen op deze manier zouden ze sterk worden. Wij hebben de ervaring dat dit slechts bij heel specifieke beplantingen zoals bijvoorbeeld in een prairietuin werkt. Bovendien moet je dan je keus wel heel erg beperken tot de allersterkste soorten, die voor een bepaalde grondsoort geschikt zijn. Met een beetje hulp in het begin (het zijn net baby’s) kan het veel gevarieerder en die planten zullen zich uiteindelijk ook redden.
Verder is er de laatste jaren een trend op gang gekomen waarbij men de grond zelfs gaat verschralen. Dat gaat soms zover dat er een laag scherp zand van zo’n 20 cm over de grond aangebracht wordt. Dat alles is in gang gezet door de Zweed Peter Korn en het is heel interessant om daar wat meer over te lezen. Wij verkopen hier op de kwekerij zijn boek “Peter Korn’s Garden, Giving plants what they want.” Daarin lees je alles over zijn beroemde zandbedden. Wij hebben hier op de kwekerij een paar zandbedden aangelegd en gaan eens kijken hoe de planten zich daarin gedragen. Echter, hoe je het ook wendt of keert, het is nogal een ingreep om je tuin op te hogen met 20 cm zand, waarbij meestal eerst de ondergrond afgegraven moet worden. Bovendien is het lastig om het bodemleven in zo’n minerale zandlaag op gang te brengen.
Wij zijn van de oude stempel en zijn er van overtuigd dat grondverbetering in bijna alle gevallen nuttig is. Walahfrid Strabo (808-849) abt van het klooster van Reichenau schreef het eeuwen geleden al: “De aarde weigert niet om voor ons gezonde en natuurlijke vruchten en groenten voort te brengen. Maar op één voorwaarde: dat we niet gevangen zitten in een lome luiheid en niet door een of andere zotte inbeelding denken dat alle tuinarbeid iets minderwaardigs is. Bovendien moeten we niet bang zijn onze handen vuil te maken of eelt in de handen te krijgen vanwege de dagelijkse aanraking met gereedschappen. Laten we bovendien niet vergeten in hitte en stof onze aarde een volle kruiwagen mest te geven”
Toen verbouwde men voornamelijk voedselgewassen die meer mest nodig hebben, maar ook sierplanten hebben zeker in het begin wat extra’s nodig om goed aan te slaan. Tuinieren en zeker het aanplanten van gewassen is voor planten een kunstmatige gewaarwording. Een in pot opgekweekte plant die het maar moet uitzoeken in wat voor tuinsituatie dan ook. Dat kan een tuin in een nieuwbouwwijk zijn met dode, opgespoten grond, zonder enige structuur. Of een oude border of (Buxus)heg die opgerooid is en waar de grond helemaal uitgeput is. We kunnen het niet genoeg benadrukken, bespaar dan niet op organisch materiaal! Het is de motor van de bodem en zorgt ervoor dat er genoeg bodemleven is en dat dit ook actief blijft! De organische stof wordt afgebroken door het bodemleven waardoor humus ontstaat. Een grond rijk aan organische stof houdt meer vocht vast en bindt voeding.
Met organische stof bedoelen we niet dat zakje gedroogde koemestkorrels, want dat zet geen zoden aan de dijk. We bedoelen daarmee compost, bladaarde of stalmest. Turf is ook een organische stof, maar dat zouden we niet meer moeten gebruiken. Dit omdat we zorgvuldiger moeten omgaan met de veengebieden die ons nog resten. De turf komt nu helemaal uit Rusland en de Baltische staten. Het transport naar hier kost heel veel energie. Verder heeft het geen natuurlijke voedingsstoffen, die moeten dus altijd kunstmatig (meestal in de vorm van kunstmest) toegevoegd worden. Tenslotte en dat wordt vaak vergeten, in turf zit veel CO2 opgeslagen. Of je het nu als turfblokken in de kachel stookt of je gebruikt het gemalen in de tuin waar het verteert, er komt heel veel CO2 vrij.
Zowel bij een nieuwe tuin als in een bestaande beplanting is een gift organisch materiaal dus belangrijk. Nog steeds zien we dat men de compost bij een bestaande beplanting onder wil werken. Ga dat nu niet onderspitten maar breng in het vroege voorjaar of late herfst een 2-3 cm dikke mulchlaag (afdeklaag) aan tussen de planten. Wij doen dat altijd vroeg in het seizoen, nadat we de vaste planten afgeknipt hebben en de bollen bij voorkeur nog onder de grond zitten. Het afgevallen blad van de voorgaande herfst laten we liggen en strooien daar een dun laagje compost of bladaarde overheen. Het voordeel is dat het niet meer opwaait en dat het sneller verteerd. Op deze manier heb je nauwelijks onkruid en krijg je een losse rulle bovenlaag, vol met bodemleven. Vind je dat de planten nog wat extra bemesting nodig hebben, strooi dan eerst de mestkorrels en daarna de compost.
Zelfs bij een nieuwe tuin is het aan te bevelen de compost niet onder te werken. Ga uit van 3-5 m3 per 100 m2. Dat betekent een laagje van 3-5 cm. Met de riek kun je het wat door de bovenlaag werken, maar ga niet verder dan 10 cm.
Het geeft een goed gevoel om voor het planten een hoop dampende compost op de aarde te leggen.
Het voert te ver om in dit hoofdstuk het zelf composteren van organisch afval uitvoerig te bespreken. Maar het is onbegrijpelijk als je in de herfst kliko’s vol met blad aan de weg ziet staan. Het is werkelijk het zwarte goud voor de tuin!
We horen vaak verhalen dat het blad niet wil verteren, maar als je het goed composteer is het eigenlijk heel eenvoudig: Maak twee vakken van kippengaas van ongeveer één meter bij één meter. Verzamel het blad bij vochtig, regenachtig weer met de hark! Droog blad bij droog weer met de bladblazer bijeen geblazen verteerd heel slecht. Door het vochtig bij elkaar te harken, neem je wat bovenste grond- en humusdeeltjes mee die veel bodemleven bevatten. Gooi zo’n 20 cm blad in het vak en strooi het af met een dun laagje grond (of nog beter: oude compost). Doe dat nog een paar keer en trap het elke keer goed aan zodat het een vast geheel wordt. Hierdoor zal het blad gaan fermenteren (net zoals bij Bokashi). Als dat een half jaar gelegen heeft pakken we de greep en gaan we het materiaal in de naastgelegen bak gooien. Als er plakken van blad zijn maak je het los en meng het wat door elkaar. Dit keer doen we dat zonder aan te trappen zodat er zuurstof bij kan. Nu begint het composteringsproces, het bodemleven komt op gang. Gooi de boel na een maand of drie nog eens om en in de meeste gevallen heb je anderhalf jaar nadat je het blad verzameld hebt goede bladaarde. Duurt dit allemaal te lang of heb je geen beschikking over afgevallen blad dan verkopen we de bladaarde hier op de kwekerij.