Silene friwaldskyana

Standplaats: zon-halfschaduw

Kleur: witroze

Bloeitijd: juni - aug.

Hoogte: 70 cm

Planten per m²: 3

Een zeer zeldzame soort die in de vallei van de rivier de Pcinja groeit in Macedonië. De soort is daar endemisch, dat betekent dat hij nergens anders voorkomt. Hier groeit de plant uiterst gemakkelijk. De stijve, staalblauwe grondrozetten hebben lang gepunte blaadjes en lijken wel wat op die van Bupleurum. Dikke stengels rijzen op met kleine witte of lichtroze bloemetjes, waarvan de bloemblaadjes diep gespleten zijn, zodat ze heel gefranjerd overkomen. Michael Münch schrijft vol lof over deze niet in cultuur zijnde soort in Gartenpraxis van augustus 2017.

SILENE algemeen

Een gigantisch groot geslacht (400 soorten) wat nauw verwant is aan de Anjer, een Caryophyllaceae dus. Botanisch gezien staat het heel dicht bij Lychnis en er worden nog regelmatig soorten van het ene naar het andere geslacht gehusseld. Dat is nog niet zo lang geleden gebeurd bij onze Dagkoekoeksbloem, Lychnis dioica, die nu onder Silene dioica te vinden is. In de internationale zaadlijsten vind je altijd wel soorten die je nog nooit gezien hebt. Meestal zijn dit alpine soorten en die interesseren ons wat minder. Maar soms zitten tussen de hogere soorten prachtige nieuwe planten die we graag opnemen in ons sortiment. Zo'n plant is bijvoorbeeld Silene friwaldskyana, een steengoede nieuweling. De beste standplaats kan bij zo'n groot geslacht heel erg verschillen. Kijkt U daarvoor bij de desbetreffende soort.