Laat U niet afschrikken door de Nederlandse naam Wegdistel, want dit zijn bijzonder fraaie, decoratieve distels. Van het 60-soorten tellende geslacht zijn de meeste tweejarig, maar ze zaaien zich gemakkelijk zelf weer uit. In ons land kun je de sinds 1500 ingevoerde O. acanthium langs spoorwegen, ruigten en bermen gemakkelijk tegenkomen. De imposante gestalte valt al uit de verte op. De soorten voor de tuin worden manshoge distels met een kandelaarachtige bloeiwijze, waarvan de stengels en het blad prachtig spinragachtig behaard zijn. Daardoor zien de planten er meer wit dan grijs uit. Bladeren en stengels zijn stekelig. Plant ze dus op ruime afstand van paden want je bezeert je er snel aan. Daar staat dus de bijzonder indrukwekkende groeiwijze, het mooie grijze blad en stengel en de grote korenbloemachtige bloeiwijze tegenover. Bovendien zijn het geweldige insectenplanten.