Cimicifuga foetida (HeHeHe 091) - Zilverkaars Ranunculaceae |
Standplaats: halfschaduw Kleur: crèmewit Bloeitijd: juli - sept. Hoogte: 180 cm Planten per m²: 7 Vak op de kwekerij: H1 Prijs: 5 € |
Het is onduidelijk of C. foetida en C. europaea synoniemen zijn. Wij hebben twee verschillende planten onder beide namen. Je zou kunnen zeggen dat C. foetida het verspreidingsgebied van C. europaea naar het oosten toe overneemt. C. foetida komt tot in Tibet en China voor en heeft lange, zwaar overhangende groengele bloeiaren met een geweiachtige vertakking. De lichtgroene kelkblaadjes blijven lang zichtbaar. Zeer zeldzaam in cultuur en heeft zoals de naam al weergeeft een onaangename geur. Toch is het een indrukwekkende soort. |
CIMICIFUGA algemeen M30 M63 Langzaam groeiende planten waar we ons hart aan hebben verpand! Ze groeien prima op goede, niet te droge humusrijke gronden. Het duurt bij de meest zeker twee tot drie jaar voordat ze zich pas goed ontwikkeld hebben, maar dan hebt u een van de mooiste en edelste planten voor de nazomer en najaar. Zorg ervoor dat de planten gedurende droge perioden in de zomer genoeg water hebben. Is dit niet het geval dan moet u vaak de bloei ontberen. De Engelse botanicus James Compton heeft het hele geslacht bij Actaea gevoegd. Er is nu ook een Actaea cimicifuga en zelfs wij komen er niet meer uit. Velen zijn deze individualist wel gevolgd, maar de officiële Flora of North America en Flora of China houden het nog gewoon op Cimicifuga en in deze twee landen komen bijna alle soorten voor. Zij kunnen het weten. De Flora of China schrijft letterlijk: 'Elsewhere (Compton et al., Taxon 47: 593'634. 1998), Cimicifuga has been transferred to Actaea. However, for the present account, as in FRPS, one of us (Li) prefers to maintain Cimicifuga as distinct'. Voor diegenen die toch J. Compton willen volgen is het goed om te weten dat alle soortnamen hetzelfde blijven, behalve bij: Cimicifuga americana - Actaea podocarpa, Cimicifuga foetida - Actaea cimicifuga, Cimicifuga rubifolia - Actaea cordifolia. Kijkt U nog eens naar het artikel wat ik 2016 schreef voor Dendroflora (https://edepot.wur.nl/440070). |